zaterdag 26 maart 2011

De kraai heeft zijn nest nog lang niet bereikt

Gisteravond was Kader Abdolah te gast in Bibliotheek Leeuwarden op uitnodiging van de Stichting Vrienden van de Bibliotheek, om te praten over zijn werk en in het bijzonder over het net verschenen boekenweekgeschenk De Kraai.
Abdolah is een boeiend verteller die met brede armgebaren vertelde over zijn jeugd in Perzië (het huidige Iran), zijn familie, zijn doofstomme vader en zijn liefde voor de literatuur.

Het stond voor hem al op jeugdige leeftijd vast dat hij schrijver zou worden, dat was ook de wens van zijn vader, maar de Perzische klassieken zou hij op geen enkele manier kunnen benaderen, vreesde hij. Tot hij op twaalfjarige leeftijd voor zijn zuster op pad werd gestuurd om een novelle te lenen in de bibliotheek en thuiskwam met Hemingway's The old man and the sea. Dat je ook zulke dunne boeken zou kunnen schrijven wist hij niet en dat was een openbaring voor hem. Zo lag het schrijverschap misschien toch binnen zijn bereik.

Dat hij ooit in Nederland terecht zou komen en zijn schrijverschap in de Nederlandse taal zou uitoefenen, had hij niet kunnen bevroeden. Toch is dat gebeurd en Kader Abdolah heeft een geheel eigen stem in de Nederlandse literatuur gekregen.
Hij combineert de bloemrijkheid van de Perzische taal met de nuchterheid van het Nederlands of zoals hij hetzelf vertelt:
'De Perzische taal is rond als de daken van de moskeeën in Perzië. Als je een walnoot op de top legt, kan die noot alle kanten uitvallen. In het Nederlands kan een walnoot alleen via de kortste weg van A naar B vallen. Het Perzisch is een gesluierde taal, het Nederlands is een blote, karige taal.'

Het boekenweekgeschenk De Kraai zegt hij vooral geschreven te hebben voor scholieren en studenten. Hij doorspekte het verhaal met allerlei verwijzingen naar de Nederlandse klassieken, omdat hij het belangrijk vindt dat de jeugd kennis neemt van de culturele en literaire geschiedenis van hun eigen land. Zo verwijst hij meteen al naar de Max Havelaar van Multatuli (met wie Abdolah een opmerkelijke gelijkenis vertoont, met name door de grote snor en de haardracht) door een handelaar in koffie op te voeren die ook nog eens op de Lauriergracht woont. Ook worden Louis Couperus, Herman Gorter, W.F. Hermans en Bredero genoemd, auteurs van wie Abdolah ook zelf het werk kent.

Kraaien zijn in Perzië belangrijk, aldus Abdolah, elk huis heeft er één. Ze kunnen wel honderd jaar oud worden en zijn vaak getuige van hele (familie)geschiedenissen. Zijn moeder besloot vroeger elk verhaal dat ze vertelde met het Perzische gezegde: 'ons verhaal is afgelopen, maar de kraai heeft zijn nest nog lang niet bereikt.' Het lijkt op het leven, iedereen moet ergens uitstappen.




maandag 21 maart 2011

Want alles bestaat uit kleur

In Museum Belvédère in Oranjewoud is momenteel de overzichtstentoonstelling van het werk van Boele Bregman "Alles bestaat uit kleur" te bewonderen. Het werk van Boele Bregman (1918-1980), Fries schilder, is inderdaad zeer kleurrijk te noemen.
Het zijn prachtige warme kleuren, zodat je bij binnenkomst meteen de wereld van de schilderijen wordt ingezogen. Die wereld is sprookjesachtig en dromerig, qua kleur en thematiek, het is vervuld van een verlangen naar een betere wereld, aldus de bij de expositie verstrekte folder. Op veel schilderijen zijn dieren te zien, veel vogels vooral, maar ook paarden, soms een kat. Ook de natuur, de stad en menselijke portretten komen veelvuldig voor in zijn werk. Veel zelfportretten ook.

"Circusnacht" bijvoorbeeld, heeft door de blauwe tinten de sfeer van een maanverlichte nacht, mysterieus en dromerig. Het doet in de verte een beetje denken aan het werk van Chagall.
Weer heel anders van sfeer is "Blank bloeiende bomen". De kleuren zijn warm en zomers.


In zijn latere werk worden de kleuren donkerder, zoals in dit "Zelfportret in Oranjewoud".


In de laatste jaren van zijn leven werd zijn werk zeer verfijnd en verstild. Kleine stillevens en landschappen in tere kleuren, waarvan ik helaas op internet geen afbeeldingen heb kunnen vinden.


Boele Bregman was niet alleen een schilder, hij was ook dichter. Dat blijkt eigenlijk ook wel uit zijn schilderijen. Eén van zijn schilderijen heeft dan ook de titel "De Dichter". De dichter is hier afgebeeld liggend onder de bomen. Elders in het museum is nog een heel klein schilderijtje, meer een pentekening eigenlijk, van Bregman, waarin een man liggend in een paradijselijk tuin, met vogels en pauwen, bloemen en struiken, staat afgebeeld. Eronder heeft de dichter Boele Bregman geschreven (inclusief spelfout):

"Het gras geloofd in mij
want mijn hart is de zon"

Zodat deze tentoonstelling niet alleen een feest voor het oog is, maar ook een feest voor de (poëtische) geest.


donderdag 10 maart 2011

Das weisse Band


Gisteravond heb ik de film Das weisse Band van Michael Haneke voor de tweede keer gezien. Een prachtige film, die zich daar absoluut voor leent.

Het verhaal speelt zich af in een klein dorpje in Noord-Duitsland in 1913/1914 en wordt jaren later verteld door de toenmalige onderwijzer. Hij vertelt zijn herinneringen, maar voegt er aan toe dat die misschien niet helemaal kloppen en dat de rest van horen zeggen is.
Er gebeuren vreemde dingen. Het paard van de dokter struikelt over een bijna onzichtbaar gespannen kabel en de dokter moet zwaar gewond naar het ziekenhuis worden vervoerd.
Tijdens het oogstfeest verdwijnt het zoontje van de baron, hij wordt later vastgebonden en mishandeld teruggevonden.
Ook het gehandicapte zoontje van de huishoudster van de dokter wordt ontvoerd en mishandeld.
Wie zit er achter deze kwaadaardige acties?

Het valt de onderwijzer uiteindelijk op dat een groepje kinderen van het dorp zich wel wat vreemd gedraagt en steeds als bij toeval aanwezig is op de plek des onheils. Maar het zijn onschuldige kinderen, toch?

De kinderen van de dominee, Martin en Klara, behoren ook tot dit groepje. De vader is erg streng en deelt lijfstraffen uit om kleine vergrijpen. Ook laat hij de kinderen voor straf een witte band dragen, om hen te herinneren aan onschuld en deugdzaamheid.
De kinderen van de rentmeester zijn ook niet mals. Als het kleine broertje een zware longontsteking oploopt doordat het raam openstond, wijst alles in de richting van de grote broers.

In deze feodale gemeenschap, waarin bijna iedereen in dienst van de baron is, komen slechts weinig mensen in opstand tegen hun lot. Alleen de zoon van de vrouw die stierf doordat ze door een vloer zakte bij de baron, laat zijn mening horen. Dat komt hem duur te staan. Zijn familie wordt ontslagen, en zijn vader die geen uitweg meer ziet, verhangt zich.

De kinderen zijn bij Haneke allesbehalve onschuldig, zeker als ze wat ouder worden. Een uitzondering is het jongste zoontje van de dominee dat zich ontfermt over een ziek vogeltje.
Al met al geen vrolijke film, al is er toch een sprankje hoop. De onderwijzer wordt verliefd op het kindermeisje van de baron. Zij is werkelijk onschuldig en het lukt hem uiteindelijk haar voor zich te winnen.

De film is geheel in zwart/wit waardoor je het effect krijgt van oude filmbeelden, vervlogen tijden. De casting is subliem. Haneke heeft lange tijd audities gehouden om de juiste (kinder)gezichten te vinden. Hij was echt op zoek naar "ouderwetse" gezichten. Dat is hem fantastisch gelukt. Het is een zeer fascinerende film geworden, die je inderdaad vaker moet bekijken om alles te doorgronden.

Fenrir

Afgelopen zondag zond de VPRO radio deel 1 van een tweeluik over wolven uit: Mythe Wolf. In de uitzending werd ingegaan op het slechte imago van de wolf. Door de eeuwen heen wordt hij gezien als een bloeddorstig en uiterst gevaarlijk roofdier, dat in donkere wouden eenzame reizigers verscheurt en op de Russische steppen de uit een trojka gevallen kinderen verorbert.

In werkelijkheid valt dat nogal mee, wolven zijn over het algemeen bang voor mensen en zullen alleen aanvallen als ze werkelijk in het nauw gedreven worden. Dat is maar een geluk, want de wolf is in West-Europa bezig aan een comeback. In Duitsland en België zijn ze al in het wild gesignaleerd, dus het zal niet lang duren voor de eerste wolf de Nederlandse grens oversteekt, volgens de kenners.

In het programma werd ook het boek Fenrir van Hella Haasse genoemd. Fenrir is in de Noordse mythologie de zoon van de vuurgod Loki. Hij was geen mens of god, maar leek toen hij klein was het meest op een jong hondje. Hij ontwikkelde zich tot een kwaadaardige wolf met verschrikkelijke kaken. Omdat hij onhandelbaar werd, is hij vastgebonden op zodanige manier dat hij pas aan het einde der wereld (Ragnarok) los zal komen.

In het boek van Haasse spelen wolven een belangrijke rol. De pianiste Edith Waldschade houdt op het terrein van haar landhuis Breidablick, diep in de bossen van de Ardennen, 3 wolven, die ze als welpjes uit Canada heeft meegenomen. Haar vader was een historicus met Oudgermaanse culturen als specialisme. Dat werd in de jaren 30 en 40 natuurlijk verdacht gevonden: had hij nazistische sympathieën? Zijn dochter weet zeker dat hij zich daarvan gedistantieerd heeft en zeer integer was. Een plotseling opgedoken halfbroer van Edith echter is van het tegendeel overtuigd.

Wie is deze Erwin Waldschade eigenlijk en hoe komt het dat hij zoveel weet van ieders verleden? Hij is fors met een breed gezicht en lang grijs haar en hij verbergt een hazenlip onder een grote snor. Hij gedraagt zich als heer en meester op Breidablick en meent dat hij overal recht op heeft. En wat is de bedoeling van zuster Gerda Waldschade met haar zogenaamd folkloristische bijeenkomsten van de Oerheemclub?

Ondertussen worden de wolven plotseling vermist. Ze zijn ontsnapt van het terrein, of zijn ze losgelaten? Gerda wil ze wel kwijt, maar voor Edith, die een groot verdriet uit het verleden koestert, zijn de wolven alles, troosters en beschermers.
Journalist en wolvenkenner Matthias Crone die met zijn vriend Rollo logeert op Breidablick probeert achter de waarheid te komen door in de bibliotheek van de geleerde Waldschade diens werk te bestuderen.

Het boek is geheimzinnig en raadselachtig en roept veel vragen op. Evenmin als Matthias komt de lezer achter de volledige waarheid. Bepaalde puzzelstukjes vallen op hun plaats, maar evenveel blijft schimmig en onzeker. Zeer intrigerend.
Het verhaal is opgebouwd uit brieven, krantenartikelen, dagboekaantekeningen en toneelachtige scenes, compleet met regie-aanwijzingen.


Een citaat (over het schilderij van Fenrir dat in de hal van Breidablick hangt):
"Er komt hier nooit iemand die weet wat dat schilderij voorstelt. En als ik het uitleg, merk ik dat die oude sage de mensen niets zegt. De verschrikkelijke oerwolf die de zon verslindt. Het begin van een lange nacht, een ijstijd. Maar niet het einde van de wereld. Er wordt een nieuwe zon geboren. Alles herleeft, mens en dier, goed en kwaad. En dus ook Fenrir. Het is een eeuwige kringloop."

dinsdag 8 maart 2011

De verloren prins


Over koning George VI van Engeland is onlangs de succesvolle oscarwinnende film The King's Speech in roulatie gegaan. Het Engelse koningshuis is een onuitputtelijke bron van inspiratie voor schrijvers en filmmakers door de eeuwen heen, denk bijvoorbeeld aan Shakespeare met zijn koningsdrama's.

Koning George VI, eigenlijk Albert (Bertie) geheten was één van de zes kinderen van George V en zijn vrouw Mary. In de film wordt even gerefereerd aan het jongste broertje van Bertie: John( 1905-1919). John was "vreemd" (waarschijnlijk een vorm van autisme) en hij had epilepsie. Door de koninklijke familie werd hij verborgen gehouden voor de buitenwereld.
Hij woonde met zijn kindermeisje Charlotte Bill, Lalla genoemd, in de kleine cottage die bij Sandringham Palace hoorde. Naarmate hij ouder werd, was het niet altijd gemakkelijk voor Lalla om Johnnie, zoals de kleine prins meestal werd genoemd, in toom te houden. Zo nu en dan wist hij aan de aandacht te ontsnappen en rende de tuin in waar hoge gasten zich verpoosden, of zat hij stiekem in "het grote huis" op een bovengalerij naar de gasten aan het banket te kijken. Soms kreeg hij dan een aanval en dan was Leiden in last.

Zijn ouders waren not amused en besloten, toen de prins twaalf was, om hem te verhuizen naar een verder gelegen cottage, Wood Farm.
Johnnie was hier best gelukkig, hij had een klein gevolg van bedienden, die zich schikten naar zijn grillen. Zo nu en dan hield hij appèl en liet de hele hofhouding opdraven, of ze trokken door de heuvels en bossen van Sandringham, de prins te paard en de bedienden er in optocht achteraan.
Vanaf zijn dertiende werden de epileptische aanvallen steeds frequenter en uiteindelijk is een zware aanval hem fataal geworden. Hij is begraven in de kerk van Sandringham.

Over Johnnie heeft Stephen Poliakoff een miniserie gemaakt "The lost prince" die ook op dvd is verschenen.

vrijdag 4 maart 2011

De leesclub






Al bijna vijftien jaar maak ik deel uit van een leesclub. Wij lezen uitsluitend Engelstalige boeken en bespreken die ook in het Engels. Na al die jaren valt het nog steeds niet mee om in een andere taal precies te vertellen wat je bedoelt, maar uiteraard is de woordenschat aanzienlijk toegenomen, niet alleen wat het spreken, maar ook wat het lezen betreft. Ik lees in elk geval vlotter Engels dan Fries. Zo nu en dan raadpleeg ik nog het woordenboek, maar de context is bijna altijd voldoende om het gelezene te begrijpen.

Onze leesclub bestaat uit 7 à 8 dames, dat wisselt wel eens wat, en dat is precies goed. Eerlijk gezegd moet je niet teveel leden hebben, dan wordt het gauw rommelig. We komen zo'n zes keer per jaar bij elkaar en bereiden om de beurt een boek voor, dat we vervolgens op de bijeenkomst inleiden, waarna vragen en discussie volgen. Het ene boek nodigt daartoe meer uit dan het andere, want we lezen niet altijd alleen hoogstaande literatuur. Zo nu en dan een gezellig boek tussendoor moet ook kunnen.

De club bestond al een aantal jaren toen ik erbij kwam. Het eerste boek dat ik las was George Eliot, The mill on the floss. Een pittig begin. We hebben aardig wat klassiekers gelezen zo door de jaren heen: Jane Austen, Charles Dickens, de Brontë Sisters, Thomas Hardy, noem maar op.
Maar ook nieuw uitgekomen boeken die in de belangstelling staan/stonden zoals: Ian MacEwan, Atonement, Nick Hornby, About a Boy, en onlangs Kathryn Stockett, The Help.

Persoonlijke favorieten zijn o.a.
  • Yann Martel, Life of Pi
  • Kazuo Ishiguro, Never let me go
  • Colm Toibin, Brooklyn en The heather blazing
  • Sebastian Barry, The secret scripture
  • Sebastian Faulks, Engleby
  • David Mitchel, Black swan green
  • Alles van Alice Munro
  • Ian MacEwan, Atonement en Saturday
  • En vele anderen

In al die jaren heb ik maar twee keer een boek niet uitgelezen, omdat ik het helemaal niks vond:
  • Siegfried Sassoon, Memoirs of a fox-hunting man (vanwege te veel cricket)
  • Garrison Keillor, Pontoon (vanwege flauwe Amerikaanse humor)
Hoewel leesclubs vaak een wat oubollig imago hebben (damesclubjes en zo), blijf ik het heel erg leuk vinden. Ik heb heel veel schrijvers en boeken echt ontdekt door de leesclub, en door er met elkaar over te discussiëren ga je ook anders, oplettender, lezen.
Wat mij betreft gaan we dus nog jaren door!