vrijdag 17 december 2010

Op glad ijs

Foto: Erik Tjallinks

Naast de bibliotheek is momenteel een kerstbomenmarkt, die nogal wat ruimte in beslag neemt. Om bij de fietsenstalling van de bieb te komen moet ik vanaf de brug over een smal paadje tussen de kerstbomen en de gracht.
Nu het zo glad is, stap ik maar af, bang als ik ben om uit te glijden en in het water te belanden. Aan de waterkant is wel een lage stootrand, maar als je flink vaart hebt vlieg je daar volgens mij zo overheen.

Onwillekeurig schiet mij nu de fantastische openingsscène te binnen uit De aansprekers van Maarten 't Hart.

De hoofdpersoon gaat op een winterse avond na het eten nog even een ommetje maken langs de haven. Op een gegeven moment merkt hij dat het erg glad is: ijzel. De havenkade verandert in een gladde spiegel waarop hij amper nog vooruit kan komen. Het was hem al opgevallen dat hij de enige levende ziel op straat was, maar nu weet hij waarom. Hij bevindt zich niet ver van de waterkant en langzaam maar zeker voelt hij zich van de ietwat hellende kade afglijden richting het zwarte, ijskoude water.

Uit de ramen aan de overkant schijnt wel licht, maar niemand die hem opmerkt. In eerste instantie maakt hij zich niet zoveel zorgen, hij zal heus wel gered worden, maar naarmate de rand van de kade dichterbij komt, raakt hij toch in paniek. Hij heeft geen enkele grip op de spekgladde klinkers en kan op geen manier afremmen. Onafwendbaar lijkt hij een wisse verdrinkingsdood tegemoet te glijden....

Hoe dit afloopt? Lees het boek!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten